Homeopathie

samuel-hahnemann

De Duitse arts Samuel Hahnemann introduceerde rond 1810 een nieuwe geneeswijze: homeopathie.
Deze geneeswijze gaat ervan uit dat symptomen en tekenen van ziekte pogingen van het organisme zijn om zichzelf te genezen.
Door het toedienen van een natuurlijke stof in verdunde vorm die een identiek ziektebeeld veroorzaakt, wordt de werking van het afweersysteem versterkt. Om tot een juiste keuze van het geneesmiddel te komen, moeten alle symptomen die het volledige ziektebeeld vormen in kaart worden gebracht. Het uiteindelijke doel van de homeopathische behandeling is herstel van het natuurlijke evenwicht.
Zowel de geestelijke, emotionele, spirituele en lichamelijke facetten van de mens komen aan bod. In 1866 begon de Duitse apotheker Wilmar Schwabe in Leipzig met de bereiding van homeopatische geneesmiddelen. Vanaf 1899 werden deze producten ook in Nederland verkocht. In 1910 ging apotheek Voorhoeve het eerste Nederlandse merk produceren en komt er een Schwabe filiaal in ons land. In 1965 fuseren Voorhoeve en Schwabe onder de naam VSM.

Werking

belladonna
Belladonna

Het basisprincipe van de homeopathische geneeswijze is het Similia-principe: ´Similia similibus curentur´ (Latijn), dat wil zeggen: ´Het gelijke met het gelijkende genezen’. Dit betekent dat ziekteverschijnselen kunnen genezen door het toedienen van een kleine dosis van dezelfde stof, die in een grote dosis bij een gezond persoon juist dezelfde ziekteverschijnselen veroorzaakt.

Bijvoorbeeld: u raakt een brandnetel aan en krijgt rode bultjes en jeuk. Urtica, een homeopathisch geneesmiddel bereid uit brandnetels, helpt bij een rode jeukende uitslag die lijkt op brandneteluitslag. Dit principe lijkt een beetje op inenting, waarbij ook een kleine hoeveelheid ziekteverwekker in het lichaam wordt gebracht. Het lichaam reageert daarop met het opbouwen van een verdedigingssysteem tegen die ziekteverwekker. Elk menselijk lichaam beschikt over een zelfgenezend vermogen. Homeopathische geneesmiddelen beogen het  zelfgenezend vermogen van het lichaam te stimuleren. Deze geneesmiddelen kunnen afkomstig zijn van:

Brandnetel
  • mineralen (bijvoorbeeld arsenicum, kalium en magnesium).
  • planten (bijvoorbeeld belladonna en aconitum).
  • dieren (bijvoorbeeld verdunningen van bacteriën).

Het homeopathische geneesmiddel wordt volgens een speciaal procédé verdund (potentiëren) en geschud. Hierna krijgt het geneesmiddel de naam van de grondstof, meestal in het Latijn, gevolgd door een letter en een getal, die de precieze bereidingswijze aangeven (bijvoorbeeld Belladonna D 30).

In de praktijk worden twee vormen van homeopathie toegepast:

Klinisch

hamamelis
Hamamelis

Bij deze vorm van homeopathie wordt een homeopathisch geneesmiddel gezocht dat past bij de ziekteverschijnselen van dat moment. Dit komt vaak voor als lichamelijke klachten op korte termijn moeten worden verholpen, zoals bijvoorbeeld bij verstuikingen, forse artroseklachten of bij een ontsteking van keel- of voorhoofdholten. Soms is het niet mogelijk één passend middel voor een ziektebeeld te vinden: er wordt dan gekozen voor een combinatiepreparaat bestaande uit meer dan één homeopathisch middel. Een voordeel hiervan is een grotere kans op resultaat op korte termijn.

Klassiek

Bij de klassieke homeopathie wordt één passend geneesmiddel gekozen dat bij de ziekteverschijnselen past en bij een persoonlijkheid. Er wordt na gegaan op welke wijze er op verschillende situaties wordt gereageerd.

w-a-mozart
W.A. Mozart

Een ziekte kan zich immers bij elke persoon op diverse manieren uiten. Een persoonlijk klachtenpatroon bepaalt welk geneesmiddel  het meest geschikt is. Deze vorm van homeopathie is vooral belangrijk in die situaties waarbij lichamelijke klachten een duidelijk verband hebben met de persoonlijkheid en de wijze waarop ingespeeld wordt op levenssituaties. Het komt in de praktijk vaak voor, dat iemand komt met lichamelijke klachten waarbij in eerste instantie klinische homeopathie wordt toegepast en dat in een later stadium klassieke homeopathie aan bod komt, wanneer de persoon zich bewust wordt van een mogelijke relatie tussen de klachten en mentale factoren.

Wanneer wel homeopathie

3-lanes

Als aanvulling op de reguliere behandeling bijvoorbeeld bij aambeien, acné, allergieën, astma, bronchitis, chronische diarree, eczeem, hoofdpijn, menstruatiestoornissen, migraine, oorontstekingen, overgangsklachten, posttraumatische afwijkingen, spastische dikke darm, voorhoofdsholteontstekingen.

Wanneer geen homeopathie?

no-entry

Homeopathie wordt niet ingezet in geval van een ernstige degeneratie van cellen of weefselvaten en daar waar het lichaam niet in staat is om zichzelf te herstellen, dus daar waar onvoorwaardelijk regulier medisch ingrijpen vereist is (kanker, hartinfarcten, blindedarmontsteking e.d.)